Stelende werkneemster moet onderzoekskosten betalen
23-08-21
Door gebruik te maken van een kartonnetje creëerde werkneemster een ‘dubbele bodem’ in haar tas. Hierdoor nam zij bij haar werkgever producten mee zonder dat zij deze afrekende. Haar werkgeefster tolereert dit niet en ontslaat haar op staande voet. Houdt het ontslag op staande voet stand?
Werkneemster is sinds 1999 in dienste bij de Vomar als verkoopmedewerker. In het handboek van de Vomar staat onder meer dat diefstal of fraude niet wordt getolereerd en dat ontslag volgt, onderzoekskosten worden doorbelast en aangifte wordt gedaan.
Op 5 september 2020 heeft werkneemster boodschappen gedaan. Tijdens het doen van boodschappen legt werkneemster een deel van haar boodschappen onder in haar tas en dekt deze af met een kartonnetje. Vervolgens legt zij boven op het kartonnetje meer boodschappen welke zij afrekent. De boodschappen onder het kartonnetje rekent de werkneemster niet af. In een gesprek op 8 september 2020 met de HR-adviseur en de Operationeel manager van Vomar geeft werkneemster aan dat zij dit al anderhalf jaar doet en op die manier ruim € 80,- aan boodschappen per week niet afrekent. Vomar ontslaat werkneemster uiteindelijk op staande voet op 23 september 2020. Werkneemster vecht dit aan bij de kantonrechter, onder meer omdat zij van mening is dat het verzoek niet onverwijld is gegeven. Zij vordert onder meer een billijke vergoeding en een transitievergoeding.
De kantonrechter is van mening dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Hoewel het klopt dat Vomar al op 8 september min of meer wist dat zij werkneemster zou ontslaan, stond het haar vrij vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid om nader onderzoek te verrichten. Omdat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven, hoeft Vomar ook geen billijke vergoeding aan werkneemster te geven. Tevens is zij geen transitievergoeding verschuldigd omdat werkneemster ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
In het tegenverzoek vraagt Vomar de kantonrechter om werkneemster te veroordelen een schadevergoeding van €6.240,- aan haar te betalen. Dit is het bedrag dat de werkneemster aan boodschappen heeft weggenomen. De kantonrechter wijst dit verzoek af, nu niet voldoende nauwkeurig vast kan komen te staan welke producten zijn meegenomen en voor welk bedrag schade is geleden. Vomar vordert verder nog €3.813,92 aan onderzoekskosten, die zijn gemaakt uit het oogpunt van zorgvuldigheid. De kantonrechter matigt dit bedrag tot €1.250,-, omdat de kosten niet in verhouding staat tot de noodzakelijke omvang van het onderzoek. Ten slotte moet werkneemster €1.856,42 aan Vomar betalen omdat zij door opzet of schuld een dringende reden voor ontslag op staande voet heeft gegeven.
Het is altijd raadzaam om een arbeidsrechtadvocaat te raadplegen vooraleer u overgaat tot een ontslag op staande voet. Met ruim 28 jaar aan ervaring op het hoogste niveau, kunnen onze juristen u bijstaan in elke complexe ontslagzaak. Heeft u op dit moment een complexe ontslagzaak, of wilt u meer informatie over het Nederlandse ontslagrecht? Neem dan contact met ons op via het nummer 06-18587933 of per e-mail via hermans@hmbadvocaten.nl
Werkneemster is sinds 1999 in dienste bij de Vomar als verkoopmedewerker. In het handboek van de Vomar staat onder meer dat diefstal of fraude niet wordt getolereerd en dat ontslag volgt, onderzoekskosten worden doorbelast en aangifte wordt gedaan.
Op 5 september 2020 heeft werkneemster boodschappen gedaan. Tijdens het doen van boodschappen legt werkneemster een deel van haar boodschappen onder in haar tas en dekt deze af met een kartonnetje. Vervolgens legt zij boven op het kartonnetje meer boodschappen welke zij afrekent. De boodschappen onder het kartonnetje rekent de werkneemster niet af. In een gesprek op 8 september 2020 met de HR-adviseur en de Operationeel manager van Vomar geeft werkneemster aan dat zij dit al anderhalf jaar doet en op die manier ruim € 80,- aan boodschappen per week niet afrekent. Vomar ontslaat werkneemster uiteindelijk op staande voet op 23 september 2020. Werkneemster vecht dit aan bij de kantonrechter, onder meer omdat zij van mening is dat het verzoek niet onverwijld is gegeven. Zij vordert onder meer een billijke vergoeding en een transitievergoeding.
De kantonrechter is van mening dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Hoewel het klopt dat Vomar al op 8 september min of meer wist dat zij werkneemster zou ontslaan, stond het haar vrij vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid om nader onderzoek te verrichten. Omdat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven, hoeft Vomar ook geen billijke vergoeding aan werkneemster te geven. Tevens is zij geen transitievergoeding verschuldigd omdat werkneemster ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
In het tegenverzoek vraagt Vomar de kantonrechter om werkneemster te veroordelen een schadevergoeding van €6.240,- aan haar te betalen. Dit is het bedrag dat de werkneemster aan boodschappen heeft weggenomen. De kantonrechter wijst dit verzoek af, nu niet voldoende nauwkeurig vast kan komen te staan welke producten zijn meegenomen en voor welk bedrag schade is geleden. Vomar vordert verder nog €3.813,92 aan onderzoekskosten, die zijn gemaakt uit het oogpunt van zorgvuldigheid. De kantonrechter matigt dit bedrag tot €1.250,-, omdat de kosten niet in verhouding staat tot de noodzakelijke omvang van het onderzoek. Ten slotte moet werkneemster €1.856,42 aan Vomar betalen omdat zij door opzet of schuld een dringende reden voor ontslag op staande voet heeft gegeven.
Het is altijd raadzaam om een arbeidsrechtadvocaat te raadplegen vooraleer u overgaat tot een ontslag op staande voet. Met ruim 28 jaar aan ervaring op het hoogste niveau, kunnen onze juristen u bijstaan in elke complexe ontslagzaak. Heeft u op dit moment een complexe ontslagzaak, of wilt u meer informatie over het Nederlandse ontslagrecht? Neem dan contact met ons op via het nummer 06-18587933 of per e-mail via hermans@hmbadvocaten.nl